In 2019 heeft de Juridische Commissie vijf maal vergaderd en de volgende onderwerpen besproken die vooral voortvloeien uit het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen: 

 

Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen:

  • FAQ betreffende de overgang naar het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV);
  • Redactie van een exemplatieve lijst van dwingende bepalingen in het WVV;
  • Gebruikmaking van de rechtsvorm van de coöperatieve vennootschap door beoefenaars van vrije beroepen onder het WVV; 
  • Commissarisverslagen uitgebracht vanaf 1 januari 2020 (overgangsregeling);
  • Verplichting om een jaarverslag op te stellen in de grote (I)VZW’s en stichtingen;
  • Omzetting in de interpretatie van het begrip “eigen vermogen”;
  • Eventuele toepassing van de belangenconflictprocedure bij het uitvoeren van de liquiditeitstest door het bestuursorgaan; 
  • Diverse mogelijkheden volgens het WVV om dividenden uit te keren “in de loop van het boekjaar”;
  • Problematiek van de gelijke behandeling van aandeelhouders in geval van kapitaalverhoging van vennootschappen (of van bijkomende inbrengen in vennootschappen zonder kapitaal);
  • Interpretatie van artikel 3:19 WVV (correctie van de jaarrekening).

Andere onderwerpen:

  • Verbod voor de bedrijfsrevisoren om een contractuele controleopdracht of een wettelijke opdracht te aanvaarden in een vennootschap die geen commissaris heeft benoemd terwijl zij hiertoe wettelijk verplicht is; 
  • Niet-naleving in een VZW van de verplichting om de jaarrekening binnen de zes maanden na afsluiting van het boekjaar ter goedkeuring voor te leggen aan de algemene vergadering; 
  • Toepassingsgebied van het begrip “publiekrechtelijke rechtspersoon” die geen goederen of diensten aanbiedt op een markt op grond van artikel I.1 van het Wetboek van economisch recht; 
  • Juridische gevolgen van een ontbinding van rechtswege van een BVBA.