De twee zittijden van het bekwaamheidsexamen werden zoals ieder jaar in de periodes mei/juni en november/december georganiseerd. 

Het examen bestaat uit een schriftelijk en een mondeling gedeelte en beoogt niet enkel het testen van de technische kennis maar beoordeelt eveneens de maturiteit van de stagiair.  

De mondelinge proeven worden afgenomen door een jury van vijf personen, waaronder een universiteitsprofessor of professor van het hoger onderwijs van het lange type die het voorzitterschap waarneemt, drie bedrijfsrevisoren en een vertegenwoordiger van de economische en sociale wereld.

 

Voorzitters van de kamers van de jury voor het bekwaamheidsexamen: 

Voorzitters van de vier Franstalige kamers: Karin COMBLÉ (UMONS), Paul Alain FORIERS (ULB), Yves DE CORDT (UCL), Danielle SOUGNÉ (HEC-ULg)

Voorzitters van de vijf Nederlandstalige kamers : Ann GAEREMYNCK (KU Leuven), Walter AERTS (UA), Marleen WILLEKENS (KU Leuven), Herman BRAECKMANS (UA), Ann JORISSEN (UA)

 

Zowel de juryleden als de Stagecommissie hechten belang aan de monitoring van stagiairs die niet geslaagd zijn voor het bekwaamheidsexamen. Zo krijgen de niet geslaagde stagiairs na afloop van het mondeling examen onmiddellijk toelichting omtrent hun kennislacunes en ontvangen zij aanbevelingen van de bekwaamheidsjury. Daarenboven worden stagiairs die voor de tweede keer niet geslaagd zijn, samen met hun stagemeester uitgenodigd voor een onderhoud met de Stagecommissie teneinde mogelijke actieplannen te bespreken. 

 

Er heeft tevens een ontmoeting plaatsgevonden tussen de leden van de Stagecommissie en de juryvoorzitters van het bekwaamheidsexamen waarin onder meer werd gesproken over de volgende onderwerpen: het format van het bekwaamheidsexamen, de materies die tijdens het mondeling examen aan bod moeten / kunnen komen, de mate en vorm van feedback die aan de stagiairs wordt gegeven, het slaagpercentage, enz.

 

 

Statistieken

Evolutie van het aantal afgelegde theoretische stage-examens / aantal geslaagde theoretische stage-examens

In 2016 heeft zich een duidelijke stijging van het aantal afgelegde theoretische stage-examens afgetekend. Aangenomen wordt dat de onzekerheden die destijds bestonden omtrent de inhoud van het nieuw wettelijk kader van 2016 en de eventuele nieuwigheden met betrekking tot de stage, ertoe hebben geleid dat veel kandidaat-stagiairs nog hun resterende theoretische stage-examens (voorheen “toelatingsexamens” genaamd) wilden afleggen vóór de inwerkingtreding van de wet van 7 december 2016. Deze piek in het aantal afgelegde examens in 2016 heeft geleid tot een daling van het aantal afgelegde examens in de daaropvolgende jaren.

 

Slaagpercentage theoretische stage-examens

 

Deelnamecijfers en slaagpercentages van de bekwaamheidsexamens

 

Evolutie aantal stagiairs en eedafleggingen

In 2017 manifesteerde zich een significante stijging van het aantal nieuwe stagiairs ingevolge de inwerkingtreding van de wet van 7 december 2016 die het mogelijk maakte om de stage te starten zonder eerst te slagen in de ‘toelatingsexamens’. Aangenomen wordt dat de toename van het aantal stagiairs in 2017 heeft geleid tot een daling van het aantal nieuwe stagiairs in 2018 en 2019. Het aantal nieuwe stagiairs lag in 2018 en 2019 immers lager dan in alle voorbije jaren die zijn opgenomen in de bovenstaande statistieken.